JEF VAN DEN STEEN – LEZING OVER TRAPPISTENBIER

CC De Werf, 24 november 2025.

 

In het kader van het Retrofestival 2025 in Aalst, dat liep van 22 tot 25 november, hield brouwer Jef Van den Steen van de brouwerij De Glazen Toren uit Mere, een voordracht. Hij vertelde ons op ietwat humoristische wijze de geschiedenis van de trappistenbieren.

In 480 na Christus werd Benedictus van Nursia (Italië) geboren. Hij kwam uit een adellijke familie en genoot een goede opvoeding. Voor zijn opleiding reisde hij naar Rome, waar hij zag hoe veel jongeren het verkeerde pad kozen. Hier kwam hij tot de conclusie: hij moest zijn leven aan God wijden. Hij trok zich terug in eenzaamheid, achtereenvolgens in Enfide en Subiaco, en ging daar leven als een heremiet. Maar wat niet zo evident was in die tijd, is dat Benedictus kon lezen en schrijven. In Monte Cassino (Italië) stichtte hij zijn eigen abdij, en schreef er de ‘Regula Benedicti’. Dit werden de leefregels voor de paters en kan samengevat worden als “Ora et Labora”, wat neerkomt op “bid en werk”. Ofwel 8 uur bidden, 8 acht uur werken, en 8 uur slapen. Maar na een tijdje woonde er te veel volk in die abdij en werd er een nieuwe abdij gesticht, en de orde werd naar hem vernoemd, namelijk de Orde van de Benedictijnen. Zijn volgelingen, de Benedictijnen, verspreidden zich over Europa, zelfs tot in België, meer bepaald in Stavelot en in Malmedy (650 na Christus), totdat een groep monniken zich in 1098 uit onvrede afscheidde en een nieuwe en strengere orde vormde: de Cisterciënzers, genoemd naar hun eerste klooster, Cîteaux, in Bourgondië (Frankrijk). Maar wat in Normandië, meer bepaald in de abdij van Soligny-La Trappe, gebeurde was niet naar de zin van kardinaal Richelieu, en hij zond een afgezant naar daar om orde op zaken te stellen. Deze maakte er in 1664 een gesloten en zwijgende orde van, en het werden ook de voorlopers van de vegetariërs, omdat ze geen rood vlees mochten eten. Dat zou immers vleselijke lusten opwekken… De abdij werd later bekend onder naam L’abbaye de La Trappe, en de monniken werden Trappisten genoemd. In 1667 kwamen ze echter in opstand tegen deze strenge regels, en mochten in ’t vervolg de plaatselijke drank, ofwel cider, drinken. Die maakten ze zelf op basis van appelen. Iets lager in Bourgogne, was die plaatselijke drank uiteraard wijn. Met de Franse Revolutie, in 1789, werden de abdijen afgeschaft en verkocht, en vele monniken vluchten noordwaarts tot in Amsterdam. Daar bij de protestanten hadden ze het niet zo naar hun zin, en ze zakten af naar Antwerpen. Daar verkregen ze het recht op een boerderij in Westmalle, op de weg naar Turnhout. Maar toen in 1794 de Franse troepen onder leiding van Napoleon binnenvielen vertrokken de Oostenrijkers. De leefregels verstrengden weer en de monniken gingen bij de plaatselijke boeren werken. Tot in 1815 Napoleon verslagen werd in Waterloo, en de Nederlandse koning Willem van Oranje ons land in bezit nam. De Brabantse omwenteling in 1830 luidde de onafhankelijkheid van ons land in, en het jaar daarop werd Leopold I aangesteld als onze eerste koning. Onder het bewind van zijn zoon, koning Leopold II werden in 1836 de wetten van de antikatholieke kerk afgeschaft, en in Westmalle werd dat aangegrepen om beginnen bier te brouwen. Net over de grens in Frankrijk, in Frans-Vlaanderen lag de abdij van Mont des Cats (Katsberg). Maar ook daar waren er problemen, en de monniken vluchten naar Westvleteren. Daar werd in 1838 de Sint-Sixtus abdij gesticht. In 1848 volgde dan de abdij van Achel (die niet meer bestaat). Twee jaar later volgde die van Chimay en er was ook al een in St. Remy de Rochefort. Maar in 1926 stichtte men de abdij van Orval, waar ze echter verlegen zaten om een brouwer met ervaring. Dat werd iemand uit Mere. De abdijen, die nu allemaal bier brouwden, begonnen dat ook te verkopen, alhoewel minister Vandervelde een wet uitvaardigde tegen het gebruik van alcohol in het openbaar. In 1924 kreeg men in de abdij van Westmalle het idee om kandijsuiker toe te voegen aan het brouwsel, zodat het bier een zoetere smaak kreeg. Dat leidde tot een sterker bier, de Westmalle dubbel. Andere abdijen volgden dat voorbeeld, en in 1928 brouwde de brouwerij Moortgat het bier Victoria. Zes jaar later vond men in Westmalle dat zij een nog sterker bier moesten hebben, en dat werd hun feestbier ofwel de Westmalle Tripel. Het zou nog duren tot in 1994 toen men in de abdij van Koningshoeven (Nederland) een amberkleurig bier brouwde, tussen blond en donker, met een gehalte van 10.5% alcohol, en dat werd de quadrupel.

Wat echter dikwijls met trappistenbieren verward wordt zijn de abdijbieren. Dit is iets anders, want Trappistenbier moet gebrouwen in de abdij zelf. Voorbeelden van dergelijke abdijbieren zijn de welbekende Affligem, Leffe, Grimbergen en Tongerlo. Daarvan bestaan er momenten zo’n 24 à 26 soorten.

De Trappisten verenigden zich later in IVT (ofwel Internationale Vereniging Trappist) en hun producten worden gemaakt binnen of in de directe omgeving van de abdij, onder toezicht van de monniken of zusters, en de winsten worden gebruikt voor het onderhoud van de gemeenschap en liefdadigheidswerk.

Het geheim achter de smaakverschillen in de trappistenbieren zit hem aldus in de vergistingsgraad, ofwel hoe hoger, hoe minder suiker. Bij Orval halen ze een vergistingsgraad van 96, waardoor het bier bitterder smaakt.

De Belgische trappisten verkopen hen ten dage zeer goed!

Spreker Jef Van den Steen kon aldus anderhalf uur lang onze aandacht vasthouden, en bewees dat hij een begenadigd spreker is. Hij had deze voordracht dan ook al ontelbare malen gebracht, en er zelfs verschillende boeken over geschreven.

 

Patrick Van de Wiele

CONFERENTIE MET BEROEMDE EGYPTOLOOG ZAHI HAWASS

Gisteravond, 24 oktober, had ondanks het rotweer waar ik doorheen moest, in het auditorium van Bel Expo op de site van Tours & Taxis in Brussel, de conferentie plaats van Dr. Zahi Hawass. Hawass is een wereldberoemde Egyptoloog, die ik al jaren volg op Tv via National Geographic en Discovery Channel. De kans om hem in het echt aan het werk te zien greep ik aldus met beide handen.

Hawass is een van de curatoren van de tentoonstelling ‘Toetanchamon, zijn graftombe en zijn schatten’, waar ik hier al eerder over schreef. Hij heeft verschillende boeken over deze farao op zijn actief, en gaf gisteravond een voordracht met beelden en video’s over zijn eigen archeologische en wetenschappelijke praktijk. Tevens informeerde hij ons over verschillende opgravingen en gaf ons een stand van zaken.  

De echte Indiana Jones, zoals we hem best kennen, droeg echter zijn hoed niet. Nadat hij eerder door een verandering in de regering aan de kant gezet was, heeft hij nu terug de teugels stevig in handen. In de voorbereidende videoclip zagen we onder meer acteur Omar Sharif, die zei dat Hawass “a national treasure” is. Die voegde eraan toe dat voorheen hij de beroemdste Egyptenaar was, maar dat Hawass die rol overgenomen had. Hij noemde hem zelfs “a media animal”, die je “love or hate”.

Dan nam Hawass zelf het woord om uitleg te geven over de verschillende opgravingen. Zo liet hij ons beelden zien van de Pyramid Rover robot die in de luchtschachten van de Grote Pyramide gestuurd werd. Daarnaast schonk hij ook aandacht aan een nieuwe robot om ledige ruimtes te gaan onderzoeken, die zich situeren boven de grote galerij. Over de Sfinx bestaan er tal van theorieën, zo zouden er ondergrondse kamers zijn, waarin de schatten van Atlantis liggen. Hawass ontkrachtte al die theorieën, zei dat er geen sprake was van aliens, maar dat hij zelf 4 tunnels verkend had. Die waren echter leeg.

Onder de trappenpiramide van Sakkara liggen 5 niveaus die nog dieper moeten onderzocht worden.

Er is tevens al een tijdje sprake dat het graf van koningin Nefertiti zich in een zijkamer van de tombe van Toetanchamon zou bevinden. Hawass zei dat het niet waar was, omdat Nefertiti niet de moeder van Toetanchamon is. Wanneer hem gevraagd werd naar zijn beroemdste ontdekking, repliceerde hij: “de penis van Toetanchamon”!

Die farao werd volgens hem echter niet vermoord, maar stierf aan de gevolgen van een ongeluk, waarbij hij een fractuur van zijn linkerknie opliep. Tevens leed hij aan een platvoet en aan malaria.

Hawass ontdekte ook vorig jaar “the golden city” nabij Luxor. Daarna liet hij ons kennismaken met zijn recente ontdekkingen in de Vallei der Koningen.

Hij besloot met de woorden: “You never know what the sands of Egypt might hide”, iets wat ik zelf al jaren verkondig. Wie weet wat er nog allemaal onder het zand verborgen zit?

Kortom hij kruidde die lezing met persoonlijke anekdotes, waarna hij zich aan tafel zette voor een signeersessie van zijn boeken.

Meer info op http://www.drhawass.com/wp/

 

Patrick Van de Wiele